1 mrt 2016

BikeScout op proef in Eindhoven

plaatje
Bij de rotonde Meerenakkerweg-Kasteellaan in Eindhoven start 3 maart een pilot met een detectiesysteem dat automobilisten bij oversteekplaatsen waarschuwt voor naderende fietsers. 
Het gaat om BikeScout van de firma Heijmans. Een radar meet continu de veranderende positie van individuele weggebruikers en analyseert deze gegevens tot 50 meter van te voren. Door rekening te houden met de snelheid van het naderend object (fietser, e-bike of scooter), waarschuwt BikeScout de automobilist tijdig met knipperende LED-lichten in het wegdek. BikeScout maakt gebruik van tracking radartechnologie uit de auto-industrie om andere weggebruikers te signaleren. 
Het systeem is voor het eerst getest in de proefopstelling in Rosmalen. Dankzij een koppeling aan het mobiele internet, heeft de wegbeheerder via een online webapplicatie inzage in de beschikbaarheid van BikeScout en de verkeersstromen van alle passages.
Zo fungeert BikeScout ook als instrument voor beheer en onderhoud. Om het effect van de BikeScout te meten zijn tijdelijk twee mobiele camera’s geplaatst. Gedurende zes weken monitoren ze de verkeerssituatie op de rotonde. Daarna vindt samen met de klankbordgroep een evaluatie plaats op basis van de camerabeelden en de ervaringen van omwonenden.
Heijmans claimt dat BikeScout zeer geschikt is voor plaatsen met slecht zich op naderende fietsers. Maar ook dat het systeem goedkoper is dan ontvlechtingsmaatregelen.
Het principe is overigens niet nieuw. Op enkele tientallen locaties liggen al systemen van onder andere de firma Traffic-Care waarbij automobilisten worden gewaarschuwd voor overstekende cq. naderende fietsers of voetgangers, aangestuurd met infrarooddetectie, videodetectie of radar.

Fietsende klant besteedt meer

plaatje
De vrees dat het weren van de auto ten gunste van de fiets omzet gaat kosten, is ongegrond. Dat stelt de European Cyclist Federation. Fietsers besteden zelfs meer dan automobilisten.

Gehele nieuw is deze conclusie overigens niet. Ook uit eerdere onderzoeken is bekend dat de fietsende klant qua omzet niet hoeft onder te doen voor de autorijdende klant.
De European Cyclist' Federation (ECF) heeft op basis van bestaande onderzoek een aantal cijfers geproduceerd die dit nogmaals moeten onderstrepen.
Zo heeft men becijferd dat fietsers 111 miljard euro besteden in de (28) Europese landen. Duitsland, Nederland en Italië voeren in absolute omzetcijfers de lijst aan. Ook heeft men uitgerekend dat als men in heel Europa het fietsaandeel zou weten te verdubbelen, daar nog eens 27 miljard bijkomt.
Maar voor wie dergelijke cijfers niet zoveel zeggen, heeft de ECF ook een paar praktische cases verzameld.
In Kopenhagen bijvoorbeeld brengen fietsers mee in het laatje dan automobilisten (2,05 miljard voor fietsers tegen 2,04 voor automobilisten).
Een onderzoek in Bristol leerde dat winkeliers het aandeel van de automobilist in de verkopen overschatten. Men dacht dat 41% van de klanten met de auto komt, terwijl dat in werkelijkheid 22% was. Het aandeel fietsers schatte men op 6%, in werkelijkheid was dat 10%.
Een Frans onderzoek komt erop uit dat fietser meer geld besteden per week dan automobilisten (€24,35 tegen €21,65). Fietsers besteden weliswaar minder per keer, maar komen vaker.
En in Bern vond men dat klanten die met de fiets komen €7500 omzet per vierkante meter parkeerruimte genereren, tegen €6625 omzet voor de automobilist.

Fietsnietjes. Iets voor Uden?

plaatje
Fietsnietjesplan verdient Duitse prijs
Op zich oogt het fietsnietjes-project „Radständer für die Nordstadt“ niet spectaculair. Het is vooral de systematische aanpak, inclusief de aandacht voor burgerparticipatie, waardoor het de Duitse Fietsersprijs verdiende.
Achtergrond van het project is dat het voor de stadsbewoners in oudere wijken vaak lastig is om een fatsoenlijke fietsparkeerplek te vinden in de onmiddellijke omgeving. En als je eerst de fiets uit de kelder moet halen, stimuleert dat niet het gebruik voor korte ritjes.
De stad Neurenberg besloot daarom in Nordstadt over een gebied van circa een vierkante kilometer een plan uit te rollen om op zoveel mogelijk plaatsen fietsparkeerplekken te realiseren in de vorm van aanbindrekken.
De gemeente inventariseerde zelf bestaande en kansrijke nieuwe locaties en vroeg bewoners mee te denken. Het resultaat was dat er in totaal 400 potentiële locaties in kaart werden gebracht. Uiteindelijk leidde dat tot een keuze voor 155 van die locaties, goed voor zo’n 500 fietsen. Eind dit jaar moeten ze allemaal zijn gerealiseerd.